3 over den tijdsduur van het te verleenen recht melding gemaakt, doch zonder aanduiding van een aanvangs datum. Hiervoor komen nu drie tijdstippen in aanmerking: le de datum van het besluit van het Zelfbestuur. 2e de datum van goedkeuring door het H.G.B. 3e de datum van inschrijving in de openbare regis ters. De vraag, wanneer het recht begint te loopen, zal op zich zelf niet veel moeilijkheden in de praktijk geven. Iets anders is de kwestie, wanneer het recht ophoudt te bestaan. Voorloopig zullen zich deze moeilijkheden nog niet voordoen, aangezien de ver leende rechten nog in hun beginstadium verkeeren, maar het is, dunkt mij goed de vraag eens te stellen, daar immers tijdig maatregelen getroffen kunnen worden aan deze onzekerheid, al was het slechts voor de in de toekomst te verleenen rechten, een einde te maken. Is in het besluit van het Zelfbestuur een aanvangs datum vermeld, dan zal na verkregen goedkeuring en inschrijving absoluut vaststaan wanneer het recht komt te vervallen. Hiermee is tevens aangegeven, hoe aan de onzekerheid van den duur van het recht ont komen kan worden Spreekt men van geen aanvangsdatum in het be sluit, dan kan men op tweeërlei wijze redeneeren. Degenen, die voorstanders zijn van het aannemen van den datum van het goedkeuringsbesluit, motiveeren zulks door te beweren, dat het recht eerst bestaans zekerheid heeft gekregen na de goedkeuring. Zij beschouwen deze goedkeuring dus als een opschor tende voorwaarde, waaraan voldaan moet zijn, wil het recht bestaan. Eerst dan kan ook inschrijving plaats hebben.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1933 | | pagina 5