5
waarbij te Medan eveneens gerekend dienen te worden
de delimaatschappij-grants (Zie blz. 134 t/m 149;
Uitgave Landsdrukkerij 1927).
Om hiertoe te kunnen overgaan, werd voorgesteld
de verpondingsordonnantie aan te vullen met de bepa
ling, dat voor de toepassing ten aanzien van de grant-
rechten deze rechten beschouwd zouden worden als
rechten van opstal (7e titel 2e boek B.W.)
Het komt mij voor, dat het beter zou zijn bij de in
voering van een grantbelasting zich niet te zeer te
verdiepen in den aard van het recht. Elke uitspraak
dienaangaande geeft aanleiding tot strijd en van de
zijde der granthouders zal niets ongemoeid gelaten
worden om een zoodanige interpretatie hiervan te ge
ven, dat de motieven tot invoering van een dergelijke
belasting zouden verzwakken. Beter is het dunkt mij
te beweren, dat grantrechten in de praktijk een over
wegend onroerend karakter hebben en alleen op grond
hiervan het billijk is evenals voor zakelijke rechten op
onroerende goederen een bizondere belasting in den
vorm van een grantbelasting te heffen.
Op grond waarvan kan men motiveeren dat grant
rechten een uitgesproken onroerend karakter hebben?
Men zou hiervoor kunnen wijzen op den levendigen
handel die in deze rechten wordt gedreven zonder
voorkennis van het Zelfbestuur, tenminste voorzoover
betreft de controleursgrants. Onder controleursgrants
worden in dit verband ook gerekend de te Medan
bestaande z.g. delimaatschappijgrants.
Alleen te Medan met naar schatting ruim 50% van
alle grantrechten ter Oostkust hebben jaarlijksch
1000 overgangen plaats op een totaal van 3800
grants. Hiertoe mag men 3000 controleursgrants
rekenen. Nu zijn deze overgangen niet alle zuivere
overdrachten van het recht. Vele daarvan zouden bij
zakelijke rechten hypotheekvestigingen genoemd wor-