37 telijk aan te vragen. Er moet evenwel een regeling zijn, die de inschrijving op dergelijke meetbrieven belet. Deze kan evenwel, zooals vanzelf spreekt, niet tot stand komen bij circulaire van den Dir. B. B. We komen dus tot de volgende conclusies: 1. Meetbrieven, ouder dan 5 jaar, mogen niet als vervallen worden beschouwd. 2. Een regeling is noodzakelijk, waarbij belet wordt, dat op deze meetbrieven ingeschreven wordt. 3. Deze regeling moet bij algemeene verordening afgekondigd worden. J. G. Janssen, EEN EN ANDER OVER HET BEREKENEN VAN ZONSWAARNEMINGEN. In den drogen tijd van het jaar 1932 werd een groot aantal zonswaarnemingen verricht, welke noodig waren voor de hermeting van Batavia. De bedoeling van dit artikel is het een en ander te vermelden van de op Her- kadastreering gevolgde rekenwijze en de inzichten die omtrent het verbeteren van grove afleesfouten bestaan. Hoewel bij de bepaling van het azimuth van een lijn, door middel van zonswaarnemingen de tijds-aflezing in minuten voldoende zou zijn voor de vaststelling van de declinatie, is het mede aflezen van de secunden een niet gering te schatten controle op de metingen. Immers met de formule zie het berekeningsformulier ad 3 zijn grove fouten reeds voor de berekening te corrigeeren. Worden de zonswaarnemingen uitgevoerd met behulp van de theodoliet, zooals dat gebruikelijk is bij de Her- kadastreeringen, dan is bovenstaande formule door het gemis van de boussöle niet dadelijk mogelijk. In zoo'n geval rekent men dan één van de series uit met als voor- Ah AH cos. <p sin. Ah A c(1)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1933 | | pagina 10