39 Het kan ook voorkomen, dat aanraking plaats heeft in een verkeerd kwadrant van de kruisdraden. Dit komt tot uiting in de controle ad 3: A H Ah vh. I/II 35.6 36.5 0.9 II/III 90.5 58.0 31.5 III/IV 33.0 66.1 33.1 liet verschil, dat ongeveer overeenkomt met de zons- diameter, wijst er op, dat de aanraking in III heeft plaats gehad op deze wijze qJ, waardoor de hoogte inplaats van een negatieve, een positieve correctie van 1/2 d moest hebben. (De waarneming had plaats met een donker glas). De 'hoogteverschillen A h worden dan 36.5, 90.4, 33.7 en dus meer in overeenstemming met A H. Een gelijktijdig optreden van tijd- en hoogtefout komt in veel gevallen niet tot uiting in de controle-formule. Bij een afwijkend azimuth van één der zonsbepalingen is het dan ook wenschelijk, de mogelijkheid van deze combinatie te onderzoeken. Hierbij komt het belang van de formule Ah sin A kzje fret formulier ad 3 naar voren, die echter tg. A om zijn tijdroovende berekening wordt nagelaten. De minder exacte controle is echter eenvoudiger en in de meeste gevallen ook voldoende. Ze komt hierop neer, dat de aangroeiing van het zonsazimuth en dus ook die van de hoek tusschen zonxmiddelpunt en lijn (As) evenredig is met A h en A c. De nauwkeurigheid van deze formule neemt af naarmate de waarneming gedaan wordt dichter bij het tijdstip van grootste degressie van de zon. A h A c A s (A h) (A c) (A s)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1933 | | pagina 12