62
Ons lijkt daarom het beste in een dergelijk geval
één buis te verwaarloozen ter voorkoming van een
wiskundige tegenstrijdigheid in den meetbrief en
bovendien om het reken- of teekenwerk aanzienlijk
geringer te maken.
(Zie verder ook: Ing. S. WELLISCH, Theorie und
Praxis der Ausgleichsrechnung, 11/ 47).
H.
2. HET CONTROLEEREN VAN COÖRDINATEN-
VERSCHILLEN.
De aandacht van den lezer wordt gevestigd op een
artikel in het Z,f.V. 1933, Heft 2, getiteld. ,,Zur
Probe in Koordinaten-rechnung", waarin een methode
wordt beschreven voor het controleeren van coördi
naten-verschillen. De inhoud wordt met een kleine
correctie hieronder meegedeeld.
Nadat de coördinaten-verschillen op de gebruikelijke
wijze (natuurlijk komt vooral de rekenmachine hier
voor in aanmerking) zijn berekend uit:
(1) wordt toegepast voor A 0° 45°, 90°
135°, 180° 225° en 270° 315°. De formule (2),
welke niet in genoemd artikel voorkomt, voor de
andere waarden van A.
Het opzoeken van sin (A 4- 45°) of cos (A 45°)
wordt vergemakkelijkt, wanneer men in de coördi-
natentafel naast de waarden van A, die van A 45°
resp. A 4- 45° noteert met roode inkt. Naast de
tafelwaarden van 0° tot 44° komen dus boven aan de
bladzijden in rood de getallen 45° tot 89°. Bovendien
Ay s sin A en A x s cos A
worden ze gecontroleerd met een der formules:
Ay Ax s sin (A 45°). 2 (1)
Ay Ax s cos (A 45°). j/~ 2 (2)