34
laire ook maar eenig' idee te hebben. Te hopen is
natuurlijk, dat dit slechts bij uitzondering het geval is,
de mogelijkheid echter bestaat steeds! Verder kan
het zijn, dat een commissie de circulaire wel kent,
doch het om de een of andere reden noodig acht van
haar bepaling af te wijken. Welke redenen dit zijn,
doet niets ter zake. De hoofdzaak is, dat juist door
de behandeling per circulaire de kwestie een interne
bestuursaangelegenheid kan blijven, waar het Kadaster
niet in gekend behoeft te worden.
Het zou evenwel kunnen zijn, dat de zekerheid
bestond, dat de commissies hierin door een hoogere
instantie gecorrigeerd zouden worden.
Deze hoogere instanties kunnen zijn:
cibij gouvernementsgrondde Regeering, die tot de
afstand besluit.
b. bij zelfbestuursgrondhet zelfbestuur, en verder
het H.G.B. dat het zelfbestuursbesluit van afstand
goed moet keuren.
ad a. Er valt niet op te rekenen, dat de Regeering
niet genegen zal zijn grond af te staan, indien meet
brieven ouder dan 5 jaar worden overgelegd. Ter
illustreering hiervan volgen enkele voorbeelden, die
gemakkelijk met meerdere aangevuld kunnen worden.
Op 2 Februari 1931 wordt een verzoekschrift inge
diend voor afstand in eigendom van een perceel,
omschreven bij een meetbrief dd. 6 Maart 1923.
Bij besluit van den G. G. van 15 Juli 1932 wordt op
dit perceel het eigendomsrecht verleend.
Op 18 Januari 1930 wordt een dergelijk verzoek
schrift ingediend, vergezeld van een meetbrief van
24 Mei 1924. Bij besluit van den G. G. van 9 Maart
1932 wordt op dit perceel het eigendomsrecht ver
leend. Op 26 October 1931 wordt een verzoekschrift
ingediend, vergezeld van een meetbrief van 6 Maart
1923. Bij besluit van den G. G. van 9 Maart 1932