73 kust van Sumatra wordt de circulaire opgevolgd, maar het is heel goed mogelijk dat voor andere zelfbestuurs- gebieden dat niet het geval is. Dit vindt zijn oorzaak in het feit dat wel eens beweerd is dat voor gebieden van waar de meetbrieven niet naar den Directeur B.B. worden gezonden (dus voor Zelfbestuursgebieden) de circulaire niet van toepassing is. Men motiveert dit door er op te wijzen, dat: le. in de circulaire gesproken wordt van „ter vermijding van onnoodige correspondentie" en juist in verband hiermee bij het schrijven van de circulaire de gedachte heeft voorgezeten, dat bedoeld werd de „corres pondentie vanwege het Departement B.B.". 2e. de circulaire is geschreven in 1913, terwijl grond- uitgifte in Zelfbestuursgebied met een westerschen rechtstitel eerst sedert 1915 plaats heeft, zoodat de gevallen voor Zelfbestuursgebieden destijds niet onder oogen zijn genomen. 3e. de Regeering zich bij voorkeur niet bemoeit met interne zelfbestuursaangelegenheden zooals grond- afstand en de bevoegdheid dienaangaande liever overlaat aan het H.G.B. Dit zijn inderdaad steekhoudende motieven, waartegen over alleen gesteld kan worden het motief dat er geen aanleiding bestaat voor zelfbestuursgebied het voorschrift van minder belang te achten dan voor andere gebieden. Verder zou men kunnen zeggen dat alle H.G.B. (uitge zonderd die der Vorstenlanden) de circulaire hebben ontvangen, maar men moet niet vergeten, dat in de Buitengewesten in elk gewestelijk ressort toch nog steeds rechtstreeks bestuurd gebied naast Zelfbestuursgebied bestaat. Na al deze overwegingen zal het dus duidelijk zijn dat men voor Zelfbestuursgebied aan het H.G.B. volkomen vrijheid van handelen geeft. Dat men hier ter Oostkust gemeend heeft te moeten beslissen conform de werkwijze

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1933 | | pagina 11