74
in rechtstreeks bestuurd gebied, is dus meer een daad
van wijs beleid.
Overgaande nu tot een beschouwing over de in het
fcewust artikel vervatte slotconclusies, zou ik dus de eerste
wel willen onderschrijven, doch de beide andere niet en
wel om de volgende redenen
2. men zou door weigering bij de inschrijving van meet
brieven ouder dan 5 jaar inbreuk maken op reeds
verkregen rechten. Bovendien zou weigering in
flagranten -strijd zijn met het karakter van ons
negatieve stelsel (lijdende handeling) en ook naar
juridische opvattingen niet te verdedigen zijn.
3. een algemeene verordening afkondigen is niet mo
gelijk op grond van het bovenstaande.
Men zal zich allicht afvragen op welke wijze we dan
verbetering kunnen aanbrengen in deze lastige kwestie.
Een zeker correctief hebben wij wel in handen.
Zoo zal het op juridische gronden mogelijk zijn een
verbeterden meetbrief op te maken van een perceel,
waarvan de inschrijving heeft plaats gehad aan de hand
van een meetbrief ouder dan 5 jaar, die door grens-
verandering tengevolge van een later opgemeten doch
reeds eerder ingeschreven belendend perceel, feifelijk is
komen te vervallen. Immers datum van inschrijving
beslist welke rechten den voorrang hebben. En hier raken
we m.i. de quint-essence. De meetbrief vervalt niet door
welke aanteekening ook van den kadaster-ambtenaar,
doch deze kwestie richt zich geheel naar het feit, welk
perceel eerder is ingeschreven. Zoo kan een meetbrief,
die slechts kortelings opgemaakt is, komen te vervallen
door de inschrijving van het belendende perceel, waarvan
de meetbrief, ouder dan 5 jaar door onze aanteekening
tengevolge van de bij den eerstbedoqlden meetbrief ge
constateerde grenswijziging „zou" komen te vervallen.
En verder kunnen we, voordat we door grenswijziging
een vroeger opgemaakten meetbrief doen vervallen,