81 een punt op zeer grooten afstand. Is de tweede sluitfout nog te groot, dan kan men het doel bereiken, door één- of meermalen de bewerking te herhalen. Ongetwijfeld is deze methode de eenvoudigste, maar er kunnen twee bezwaren tegen worden aangevoerd. Ten eerste gaat men blijkbaar uit van de praemisse, dat de zijden onveranderd moeten blijven hetgeen in het al gemeen niet gemotiveerd is en ten tweede is het de vraag of het juist is, alle hoeken een gelijke correctie te geven hieronder zal blijken, dat dit inderdaad slechts een benadering is. Er is dus aanleiding na te gaan hoe de strenge ver effening volgens de methode der kleinste vierkanten zal moeten geschieden. Voor de bovenbeschreven polygoon bestaat één voorwaarde, n.l. deze, dat men van het vaste azimuth y uit, de azimuths van de polygoonzijden be rekenende, voor het azimuth NQ dezelfde waarde moet vinden als wanneer men dat azimuth bepaalt uit de coördinaten van N en Q. Dus in formule: N. 180° bg tg yQ Jn 0 (1) Hierin komen echter de coördinaten van N voor, welke ook afhankelijk zijn van de gemeten grootheden: yp l1 sin xn xp f1 cos Substitutie van deze waarden in (1) geeft: yn yp [1 sin 9> M-N.180°-bgtgo (2) Constateert men nu een sluitfout w, dan zal deze moeten worden opgeheven door het aanbrengen van correcties aan de hoeken (Ax) en aan de zijden (A 1). De door de hoekcorrecties veroorzaakte wijzigingen in de azimuths zijn A V. Noemt men verder den teller en den noemer XQ XN

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1933 | | pagina 19