84 De fig. 1 toont het verschil tusschen de benaderings methode, volgens welke alleen de hoeken worden gecorri geerd, en de bovenbeschreven exacte vereffening. In volle lijnen is aangegeven het resultaat van de berekening met ongecorrigeerde meetgegevens; tengevolge van onnauw keurigheid der waarnemingen zal de in 6 gemeten aan sluitingsrichting het punt Q niet treffen. Duidelijk is te zien hoe in beide gevallen benaderings methode, strenge vereffening) de trek zich ombuigt teneinde deze fout op te heffen. Daar de berekening volgens de methode der kleinste vierkanten zeer eenvoudig is en bovenstaande ontwikke ling van formules wellicht het tegendeel zou kunnen doen vermoeden, wordt een klein voorbeeld uitgewerkt. Ge meten is een polygoon, volledig aangesloten in het driehoekspunt P (fig. 2). In het eindpunt 6 is de richting gemeten naar een driehoekspunt Q, dat op ruim 1 km afstand van 6 ligt, welke afstand in de figuur echter niet op schaal kon worden geteekend. De beteekenis van de andere lijnen zal nog nader worden verklaard. I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1933 | | pagina 22