90
Trekt men dus een rechte y door Q evenwijdig aan de
as van vereffening (zie fig. 2), dan kan bovenstaande
regel als volgt worden vereenvoudigd
De correcties aan de hoeken zijn evenredig met de
afstanden vk der hoekpunten tot y, de correcties aan de
zijden zijn evenredig met de projecties van de zijden op y.
De rol van het zwaartepunt bij de vereffening van
tweezijdig volledig aangesloten of gesloten polygonen
wordt hier dus blijkbaar overgenomen door het punt Q -
met dit onderscheid, dat evenredigheid bestaat voor de
geheele hoekcorrecties.
Opgemerkt wordt nog, dat bij een bepaalde richting
van den afstand van een hoekpunt tot y het positieve
teeken van A x zal behooren.
Evenzoo zal met een bepaalde richting van de projectie
van de zijde op y het positieve teeken van Al corres-
pondeeren.
Hieruit volgt, dat sommige hoeken en zijden onveran
derd blijven, n.l. de hoeken, welker hoekpunt op y ligt
en de zijden, welke met y een rechte hoek maken. Dit
wordt begrijpelijk wanneer het effect van de correcties
wordt nagegaan.
Door het aanbrengen van een zijdecorrectie verschuift
het eindpunt van de trek in de richting van de zijde.
Voorzoover deze verschuiving y plaats vindt, dus in
evenredigheid met de projectie van 1 op y werkt ze mede
tot de opheffing van de sluitfout.
De invloed van een hoek-
Fig. j correctie blijkt als volgt. Men
brenge een assenstelsel aan
door het polygoonpunt k, met
de Xas y. (Zie voor de
notaties fig. 3). De coördinaten
van N zijn dan L cos cp, L sin q
en die van Q: XQ, vk.
Zien we voorloopig af van het