107 „meetbrieven van Gouv. grond ouder dan 5 jaren". Ik geloof dat ik in mijn antwoord op het le artikel van onzen geaohten collega niet overal duidelijk ge noeg ben geweest, althans schijnt vooral wat betreft de kwestie onder punt 2 van blz. 74 aangehaald, een misverstand tusschen ons beiden te heerschen. Mijn bedoeling' was in mijn betoog aan te geven, dat wettelijke voorschriften, zooals de Hr. Janssen zou willen doen invoeren, moeilijk, zelfs onmogelijk, ver strekt kunnen worden. Inderdaad zal de overschrijvingsambtenaar, zoodra een dergelijk wettelijk voorschrift bestaat, zich daar aan hebben te houden, doch als we de zaak even juridisch bekijken, zal men toch op onoverkomelijke bezwaren stuiten. Immers wat is het geval. De ambte naar voor de I. en O. strekt zijn formeel onderzoek uit naar de stukken die hem worden voorgelegd. Daar toe behoort o.a. het besluit van afstand waarin vermeld staat dat de Regeering genegen is in eigendom of R. v. O. af te staan het perceel „omschreven bij den meetbrief d.dNo." Heeft de Regeering nu het recht te eischen, dat de meetbrief wegens den gepasseerden leeftijd van 5 jaar vernieuwd wordt, omdat buiten de schuld van den aanvrager de zaak zoolang in behandeling is geble ven? Ja, meent de Heer Janssen, want dan dient een nieuwe meetbrief maar ambtshalve, dus kosteloos, opgemaakt te worden. Men zou op die wijze den Kadastralen dienst met veel werk belasten, dat het Gouvernement geen voordeel bracht. Nu zou men hiermee vrede kunnen hebben, als inderdaad de rechtszekerheid der perceelen op die wijze bevorderd wordt. Doch waar zit eigenlijk de oorzaak van de geheele kwaal. Het feit dat de meetbrief vermoedelijk fout is geworden, vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1933 | | pagina 7