15 toestand, van het perceel dat bedoeld is bij de inschrij ving van den titel voor zoover de beschikbare gegevens ons dit mogelijk maken, e.e.a. conform het boven aangehaald Romeinsch-Rechterlijk adagium, dat in onze wetgeving verwerkt is. Bij deze heruitzetting dier grenzen kan al dadelijk een onderscheid gemaakt worden in de primaire gege vens: I. Deze zijn verwerkt in een meting welke geen twijfel overlaat inzake het technische grens- verloop. II. De grenzen dienen vastgesteld te worden uit primitieve metingen, grensomschrij vingen, schetskaarten e.d. De herconstructie sub I komt in de praktijk neer op een verwerking van kadastrale meetbrieven, dan wel van Gouvernements-Landmetersmeetbrieven van goede kwaliteit en zal voor den Kadasterlandmeter geen moeilijkheden opleveren, indien blijkt dat voldoende oude terreinvoorwerpen terug te vinden zijn. Is dit laatste niet het geval dan zal de occupatie-grens in het meerendeel der gevallen aanwijzing geven inzake de nadere feitelijke ligging der grenzen. Wellicht kan het zijn nut hebben, speciaal met het oog op de verwerking van oudere kadastrale gegevens, er op te wijzen, dat bij deze herconstructie de tech nische gegevens vaak dienen te wijken voor de klaar blijkelijk bedoelde grens. Stel, dat destijds een grens- muur opgemeten is binnen het perceel en dat bij de nieuwe meting komt vast te staan dat deze muur destijds minder nauwkeurig dan wel met grove fouten aangemeten zou zijn, dan zal in ieder geval deze muur als grens aangehouden moeten worden. Vaak komt het voor, dat paggers op verschillende tijd stippen anders aangemeten worden en wanneer grove verschillen een vermoeden van niet meer controleer-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1934 | | pagina 17