18
en de daarop uitgezette eerste uitgifte, den doorslag
geven. Of de eerste inschrijver zijn rechten a domino
ontleende en of latere eigenaren het perceel, al dan
niet terecht, in een anderen vorm bezaten is iets waar
over de Kadaster-landmeter zeker niet te beslissen
heeft.
Onder een naspeuring to the bitter end versta ik dan
ook niet alleen het toetsen van de oudste meetbrieven
van het grondstuk in zijn oorspronkelijken vorm (dus
vóór splitsingen e.d.) doch eveneens het raadplegen
van oude akten, koopbrieven, kaarten en verdere
bescheiden in een dusdanig verband, dat de vast te
stellen grenzen van het litigieuse perceel zoo goed
mogelijk en in ieder geval verdedigbaar vaststaan.
sub. B. Het is mijn stellige overtuiging en ik baseer
die op de resultaten welke te Padang en te Benkoelen
behaald werden en worden, dat het in het overgroote
deel der gevallen mogelijk is, met de ten dienste
staande gegevens een delimitatie te verrichten, die de
oorspronkelijke begrenzing zeer nabij komt. Vele
malen is gebleken dat de verkregen resultaten de
juiste waren: oude fundamenten, later te voorschijn
komende kaarten, bevestigden vaak op frappante wijze
een getrokken conclusie.
Weliswaar is de eenige juiste en mogelijke werk
wijze gebleken een behandeling in groot verband,
meestal als blok, en bedragen de kosten van zulk een
delimitatie zéér beduidend meer dan het salaris van
den eerst behandelden meetbrief, doch het blijkt dan
ook, hoe ondanks de boven geschetste kwalen van den
G. L.-meetbrief, een bevredigende oplossing meestal
mogelijk is.
Om tot een resultaat te komen zijn echter o.a. drie
eischen te stellen aan den behandelenden landmeter:
belangstelling, geduld en zelfcritiek. Dit laatste als