6
bepaald. (at in honderdtallen meters).
De vierkantswortels uit de tweede leden der verge
lijkingen (4), dus de middelbare fouten in de enkele
hoekmeting, zijn voor de waarden tusschen 50 en 160
meter in fig. 1 voorgesteld door twee krommen.
Uit (4) blijkt:
Zeiss: E 14.90 4.36, waaruit berekend wordt:
ej 0.44 4- 0.06 m.m.
HildebrandE 27. 46 6.45 waaruit berekend
wordt: ex 0.60 0.07 m.m.
Daar echter de centreertechniek voor beide instru
menten dezelfde is en gelijk signalen werden gebruikt
moeten gelijke centreerfouten worden verwacht.
Bepaalt men dus de twee krommen tegelijkertijd,
rekening houdende met den eisch, dat in beide geval
len de centreerfouten gelijk moeten zijn, dan resul-
teeren als waarschijnlijkste functies:
(22.86 4.26)
m2 (22.02 5.50) -}
(22.86 4.26)
De middelbare hoekfouten voor 50 a, 160
volgens deze formules, zijn ook in fig. 1 door twee
krommen voorgesteld.
Uit E 22.86 4.26 wordt berekend ex2
0.0556
0.2985 0.0556 dus e1 0.2985
2U 0.2985
1 0.55 0.05 mm.
en e 2 ex 1.09 0.10 mm.
Dit zijn de componenten der centreerfouten lood
recht op de beenen van de gestrekt gedachte
•7 2 /on m J- a os\ l (14.90 4.36)
Zeiss (29.93 n.ob) -|
a<2 (4)
Hildebrand: m2 (51.90 6.78) 4- (27-46 6-45)
a,2
Hildebrand: m3 =(35.93 4.86) -j
ai"