"X" "Kif) I
(ï0*Q»
7
hoek. De totale centreerfouten zijn dus:
eil//2 0.77 0,07 mm.
e Vï i 1.54 4; 0.14 mm.
(Vgl. Lüdemann „über d. Genauigkeit der Ablotung
m.d. Schnurlot b.d. Zugmessung" Z. f. V. 1931).
De zuivere hoekmeetfouten zijn volgens (5)
Stelt men de functie m2 mx2 4- voor door:
dan wordt de middelbare fout in de functie bepaald
volgens de formule
Hierin is y de middelbare fout in de gewichts
eenheid, Qtietc. zijn gewichtsgetallen.
Men krijgt hier:
o ,A 18.03 18.13
V 30.22 - - -- - -
De hoekfout wordt dus ook gegeven door:
J! 22.02 I 30.22
l 1 a,4
m« 35.93 22'f I
Zeissm,^ 22.02 5.50 dus m4."69 4; 0."59
Hildebrand mt2 35.93 4.86 dus ra, 4r 5."99 4; 0."4l
E
2
'eiss: f
1 A
a,2
1
Hildebrand: f, y z
2
a,
ïj a, aj
2 c\ t rc 1585 18-13
!-} 23.59 -
12 adj
Hildebrand: (6)
