39
B
C
-- <ix bevat. Hierdoor ontstaat op de lijn AB de onzeker
heid AA'. De onzekerheid in de lengte van AC is gelijk
aan de variabele afstand
AJC - AC
en wordt gevonden door differentieering van de trigono
metrische betrekking
sin A dCA -j- CA cos A dA 0
CA cos A dA i a ia
dCA -CA cotg A dA
sin A
In de gevonden betrekking moet voor dA gesubsti
tueerd worden boog dA. Laat men bovendien het ne
gatief teeken weg, daar onzekerheden slechts in hun
absolute waarde worden beschouwd dan vindt men
dCA CA cotg A boog -y d,*
CA sin A BC sin B
Daar BC en B als constant worden verondersteld
vindt men