41
De maximumfout wordt dan gevonden door differen-
tieering
dL l (f'A, dA, fA, dAa f'An dAn),
waarin f'A, de naar Ai gedifferentieerde functie voor
stelt (i 1,2n).
Na de differentieering worden de aangroeiïngen ver
vangen door boog 4" dx, terwijl dL kleiner behoort te
zijn dan dl. Men vindt zoodoende
I (f'A, H- f'A, f'An) boog| dx dl,
dx moet dus zoodanig gekozen worden dat voldaan is aan
p dl
1 Ca. f a,Pa j
Schrijft men dit resultaat in de gedaante
zoo is daarin
K (f'Ai f'Ai f An)
Bij de practische toepassing van de formule (2) zal
men bij polygoneeringen voor 1 de langste polygoonzijde
nemen, en bij triangulatie de langste zijde v/h driehoeks-
net, terwij 1 voor K een getal moet worden gekozen. De
keuze van K is een „gevoels-kwestie". Gewoonlijk is
K 2 reeds voldoende waarborg voor beperking der
voortplanting van de rekenonnauwkeurigheden. Uit eco
nomische of andere overwegingen zou men K 2 kunnen
nemen.
Daar waar groote invloed v/d foutvoortplanting
gevreesd wordt, b.v. bij ongunstige vorm van het
triangulatienet, overmaat van polygoonpunten in een
veelhoekstrek enz., kan K tot 2d of zelfs 3 worden
opgevoerd.
De factor K zou men zekerheidscoëfficient kunnen
noemen.