47
ten name der rechthebbenden overgeschreven kunnen
v/orden. Ten overvloede wellicht herhaal ik dat de land
meter nimmer, ook niet al is verjaring e.d. zonder twijfel
geconstateerd, in de bevoegdheden kan en mag treden
van den Rechter die het recht op een titel constateert of
van den Ambtenaar I. en O. die de titel zelve toekent!
Het is helaas een logisch gevolg van een rigoureuse
delimitatie, behandeld volgens de antwoorden op de
vragen A t/m D, dat kwesties ontstaan kunnen, vooral
indien blijkt dat reeds een kadastrale vervangingsmeet
brief werd afgegeven die fout is omdat, in goed ver
trouwen op betrouwbaar uitziende G.L. meetbrieven,
nagelaten werd de oorspronkelijke gegevens van het
perceel te toetsen.
De gulden regel: „Het is de taak van het Kadaster om
kwesties te voorkomen en niet om ze in het leven te
roepen", kan hier helaas niet gevolgd worden, omdat
B.W. en ord. I en O ons geen andere weg openlaten. Dat
de tact van den Kadaster-landmeter om zulk een kwestie
in der minne te schikken een groote factor is blijft een
feit. Maar de ervaring, dat een gemoedelijk praatje,
waarbij de nadruk gelegd wordt op verjaring, proces
kosten, e.d., vrijwel altijd het gewenschte resultaat geeft,
doet niets af aan het feit dat de bezitters ter goeder trouw
vaak op hooge kosten gejaagd worden. En verder zullen
we ons moeten troosten met de overweging: Die ganze
Juristerei ist nur dazu da, um für den Laien klare Dinge
wissenschaftlich zu verwirren (auteur onbekendIk
verwerp dan ook de conclusie, dat het Kadaster de kwestie
in het leven roept. Juist het Kadaster is in dezen de
heelmeester die het mes in de wonde zet. De wonde zelf
is het systeem, waarbij in eerste instantie verregaand
ondeskundigen losgelaten werden op ons in wezen nega
tief stelsel van vestiging en overdracht van zakelijke