32 geraken. F. R. Helmert is niet blind geweest voor het vraagstuk der afrondingsfouten en de daaraan verbonden rekennauwkeurigheidhij heeft zich evenwel niet aan algemeene formuleeringen gewaagd en heeft volstaan met in eenige berekeningen de rekennauwkeurigheid naar voren te brengen. In hun werken over theoretische rekenkunde hebben W. Versluys en Dr. F. Schuh beschouwingen gegeven omtrent getallennauwkeurigheid in rekenkundige be werkingen doch de gevonden stellingen zijn van eenvou- digen aard en van weinig beteekenis voor de geodesie. Aangaande dit onderwerp ligt er nog een onafzienbaar arbeidsveld braak en men tast hier nog te veel in het duister. Het is te hopen dat theoretici er ten slotte in slagen zullen om daarin een helderder licht te doen schijnen. 1. Wij willen er op wijzen dat in het navolgende de grootheden als „getal" zullen worden beschouwd en niet als „waarneming". Ook moeten wij ten aanzien v/h aantal cijfers, waaruit een afgerond getal bestaat een afspraak maken. Zoo wordt het getal 0.00016307 geacht te bestaan uit 5 cijfers; alle voorafgaande nullen worden derhalve niet meegeteld; heeft men het getal 1847000 in duizend-tallen afgerond zoo zal dit getal slechts worden beschouwd als te bestaan uit 4 cijfers; de afrondings nullen worden derhalve niet in beschouwing genomen. Men moet onderscheid maken tusschen de getallen 68.1 dan wel 68.10 of 68.100 welke respectievelijk in tiende, honderdste en duizendste deelen zijn afgerond. De twee getallen 63.27 m en 483.48 m hebben dezelfde afrondingseenheid van 1 cm., voor elk is de maximum afrondingsfout (kortweg max. fout genoemd) 5 mm. Stellen wijde afrondingseenheid a en de max. fout p zoo is P ~2 a

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1934 | | pagina 4