74
elkaar, door dezelfde opnemers en met dezelfde instru
menten, terwijl in Batavia, zooals reeds eerder werd op
gemerkt, eerste en tweede meting werden uitgevoerd op
verschillende dagen, door verschillende opnemers en met
verschillende instrumenten.
Daardoor zullen de systematische fouten, welke afhan
kelijk zijn van de factoren: tijdstip van meting, (b.v. de
ongelijkmatige belichting van de richtpunten) waarnemer
(persoonlijke fouten), instrument (instrumentfouten) en
frequentie der opstellingen van instrument en signalen
(b.v. centreer fouten) voor Hessen het karakter van con
stante fouten hebben, doch voor Batavia een meer toe
vallig karakter bezitten.
Voor Hessen zullen ze dus bij de vorming van de
differensen tusschen eerste en tweede meting slechts in
geringe mate te voorschijn komen, daar de constante
deelen wegvallen, terwijl het gemiddelde van beide
metingen dit constante deel volledig zal bevatten, het
geen tot uiting komt in de sluitfouten der polygonen.
(Het groote verschil tusschen de middelbare fout uit
differensen en die uit de sluitfouten schrijft Blasz toe
aan de ongelijkmatige belichting ,,Phasenbeleuch-
tung" van de richtpunten). Voor Batavia daarentegen
zullen deze fouten in verband met hun meer toevallig
karakter elkaar zoowel bij de vorming der differensen
als bij de bepaling der sluitfouten deels opheffen, deels
versterken, zoodat men een grootere overeenstemming
dan voor Hessen kan verwachten tusschen de inwendige
en uitwendige nauwkeurigheid.
Hoewel men dus voor de verhouding van de inwendige
middelbare fouten van Batavia en Hessen de volgende
getallen vindt:
4.6
5.6
hoekmeting: r~7 1.84
Z O
lengtemeting: 3.50
1.6