*f,=*a{(af)e» 2 (37) ^yo»} "t, 1 (Ë)2e- 2 (a4) (rO (jn)2^ I 7-5 zijn deze voor de uitwendige middelbare fouten: Daar voor een beoordeeling van de resultaten van een meting de uitwendige nauwkeurigheid beslissend is, blijkt uit deze cijfers, dat, ondanks het toepassen in Hessen van technisch fijnere methoden als hoekmeting met Zwangszentrierung en lengtemeting in hellend terrein met loodstaaf, bij de Bataviasche meting een on geveer even hooge graad van nauwkeurigheid is bereikt. Dit pleit wel zeer sterk voor de in Batavia gevolgde wijze van meten. Deze werkwijze is economisch natuurlijk slechts ver antwoord in landen, waar de metingen kunnen worden uitgevoerd door laag gesalarieerd personeel. In dit op zicht is de methode nog weinig bestudeerd, doch ze is een nader onderzoek ook ten aanzien van verschillende technische kwesties stellig waard. R. Roelofs. Verbetering. Den lezer wordt verzocht in de for mules, voorkomende in het eerste deel van dit artikel, Jg. 1934, blz. 7, regel 14 en 15 v.b., de tweede termen van een factor 2 te voorzien; de juiste formules luiden: 6.9 j58 hoekmeting: 1.35 lengtemeting: 0.70 5 1 oó 9) Zoo zou het van belang zijn, na te gaan in welke verhouding de verschillende op blz. 73, 2e alinea genoemde fouten optreden, dus of men in hoofdzaak heeft te letten op uitvoering der metingen op verschillende dagen, op de wisseling van waarnemers of op het ge bruik van verschillende instrumenten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1934 | | pagina 23