77 grondiger studie een betere kijk hierop kunnen hebben dan de oudere, om eens hun gedachten over dit onder werp te laten gaan en daarvan in ons tijdschrift mede- deeling te doen. Bepalen wij onze gedachten in de allereerste plaats bij het algemeene begrip „waarde'' van onroerende goederen. We zullen direct moeten erkennen dat dit zeer abstract is. Immers we beschouwen de „waarde" naar gelang van de maatstaven die we daarvoor aanleg gen. Men spreekt van grondwaarde, verkoopwaarde, credietwaarde, verpondingswaarde, huurwaarde, boek waarde, ontginningswaarde, exploitatiewaarde, pacht waarde, ruilwaarde, bouwwaarde, meerwaarde, intrinsieke waarde, enz., enz. Een algemeene definitie van het begrip „waarde" is naar de leer van Pierson: de directe beteekenis die een zaak heeft in onze oogen naar gelang van het genot of voordeel dat een bepaalde hoeveelheid ons kan verschaffen. Men zal in het algemeen „waarde" afhankelijk mogen stellen van (de wet van) vraag en aanbod, zoodat waar overvloed is de waarde daalt en waar gebrek is, de waarde stijgt. „Grondwaarde" We maken hierbij onderscheid tusschen gronden geschikt voor cultures en huizenbouw. Braakliggende gronden bezitten een zekere grondwaarde, die zich richt naar de marginale nuttigheid. Degenen die var. staathuishoudkunde studie hebben gemaakt weten wat hieronder verstaan moet worden. Het is de uiterste nuttigheidsgrens, waartoe onze behoeften naar gronden het meest naderen en waarbeneden het niet meer mogelijk is met eenig voordeel tot exploitatie te komen. Beneden deze grens is de grondwaarde dus nihil gewor den. Dit wil echter niet zeggen, dat die grondwaarde

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1934 | | pagina 25