84
Een geheel andere beteekenis dan bij cultuurgronden
heeft de canon (hacil tanah) bij z.g. grantperceelen in
Zelfbestuursgebied. Hier is het zuiver een jaarlijksche
vergoeding voor het gebruik van den grond en houdt ook
meer verband met de grondwaarde. Zoo is de canon
hooger naar rato de gronden gunstiger gelegen zijn, ter
wijl herziening binnen een bepaalden tijd (b.v. 5 jaar)
mogelijk is. Het opnieuw vaststellen van den canon ver
oorzaakt hier echter zeer veel strijd en moeilijkheden.
Dit is ook zeer logisch. Niemand weet tenslotte waar hij
aan toe is. Stijgt de waarde der gronden, dan stijgt na
verloop van 5 jaar ook de canon en omgekeerd gebeurt
eveneens. Het gaat er echter maar om, of appreciatie dan
wel depreciatie door ieder gelijk wordt beschouwd. In dit
opzicht vertoont deze canon dus dezelfde verschijnselen
als de verponding bij onroerende goederen, toch is er
een gradueel verschil tusschen, immers canon houdt ver
band met den bodem en ligging daarvan, doch houdt geen
rekening met de al of niet aanwezigheid der gebouwen.
Wel maakt men onderscheid in canon voor bouwgronden
en voor tuingronden, dus bestemming van den grond
heeft tevens invloed, doch de opbrengst niet.
Alvorens de bespreking over grondwaarde te beëindi
gen, willen we terloops de verkrijgingswaarde van
onroerende goederen vóór de inschrijving behandelen.
Een onbebouwd perceel waarop eigendom wordt aan
gevraagd moet allereerst vrij gemaakt worden van
Inlandsche rechten. Na betaling der schadeloosstelling
heeft de grond voor een niet-inlander stellig niet dezelfde
waarde als voor een inlander. De niet-inlander moet om
den grond te kunnen benutten (eigendom te verkrijgen)
nog verschillende kosten maken t.w. opmetingskosten,
betaling afkoopsom aan het Gouvernement en inschrij-
vingskosten. De inlandsche kooper heeft met al deze
kosten geen rekening te houden en zal dus op veel voor-
deeliger wijze den grond voor het door hem gestelde doel