85
kunnen gebruiken. De grond heeft in handen van een
kapitaalkrachtigen inlander meer waarde dan dezelfde
grond, zooals hij daar ligt, heeft voor een niet-inlander.
Geen wonder, dat rijke inlanders hun geld bij voorkeur
beleggen in gronden zonder rechtstitel.
Met opzet spreken we hier niet over grondwaarde doch
verkrijgingswaarde. Beide begrippen verhouden zich tot
elkaar als verkoopwaarde en intrinsieke waarde (van
den grond). In een volgend artikel zullen we deze laatste
waardebepalingen nog nader onder oogen zien.
Tot slot willen we even stilstaan bij enkele begrippen,
die in verband met de grondwaarde vaak worden gebruikt.
Gronden, die door den aanleg van verkeerswegen uit
hun isolement worden bevrijd zullen in waarde stijgen
bij normale vraag. De eigenaar ziet dus zonder hier
eenig geld speciaal voor uit te geven (immers de gemeen
schap legt de verkeerswegen aan) de grondwaarde ver
meerderen; men noemt dit unearned increment of onver
diende bate.
Verder zullen wegens plotseling stijgend gebrek aan
een speciaal product op de wereldmarkt, de gronden die
dit product opleveren, eveneens in waarde stijgen. Men
spreekt dan van scarcity rent, d.i. voordeel ontstaan door
gebrek aan een bepaald product.
Tenslotte heeft men nog differential rent, d.i. het
voordeel dat ontstaat bij gronden, die met gelijke arbeids
krachten bewerkt bij gelijke vruchtbaarheid, verschillen
de opbrengsten opleveren, (toepassing van selectie, betere
bibit).
Men heeft wel eens beweerd dat de „unearned incre
ment" aan de gemeenschap toebehoort.
Het is echter vooral in deze tijden zoo gemakkelijk in
te zien dat dit niet juist gedacht is. Immers wil men de
onverdiende bate aan den grondeigenaar onthouden, zoo
zou in tijden van depressie met terugloopende grond
waarden er veel voor te zeggen zijn het daardoor geleden