97 bij onbewoonbaarverklaring. De risico van het bouw- kapitaal is grooter naarmate het huis nieuwer is. Im mers er is een zekere durf noodig een kapitaal vast te leggen in een nieuwe woning in verband met het stij gende woningaanbod. Daarbij komt, dat bij eventueele verkoop in normale omstandigheden men een extra bedrag n.l. makelaarskosten enz. moet beschouwen als afgeschreven, zoodat het gewenscht is met dit bedrag zoo spoedig mogelijk de aanschaffingswaarde te ver minderen. De afschrijvingskosten op de intrinsieke waarde moeten tengevolge van deze twee factoren aan vankelijk grooter zijn dan wanneer het huis reeds eenige jaren verhuurd is; m.a.w. over eenzelfde tijdsver loop behoeft later niet meer zooveel afgeschreven te worden. Deze afschrijvingskosten moeten niet verward worden met de afschrijvingskosten in den vorm van aflossingen op het peleende bouwkapitaal. De laatste aflossingen zijn meestal een vastgestelde jaarlijksche som door gaans naar gelang van den levensduur bepaald en dienen dus grafisch voorgesteld te worden door een rechte lijn die schuin opwaarts loopt. De intrinsieke waarde van een huis baseeren op de huurwaarde zou funeste gevolgen kunnen hebben, te meer waar de huurwaarde, althans bij nieuwe ge bouwen, van geheel andere factoren afhangt n.l. van vraag en aanbod. In depressietijden zal men moeilijk een hooge hypotheek op huizen kunnen krijgen, omdat de risico voor den hypothecairen schuldeischer bij executie grooter is. Er treedt dus dan een toestand in van gedwongen geldschaarschte. Anderzijds zal een bo nafide schuldenaar trachten zijn in den goeden tijd verleenden hypotheek af te lossen, omdat uit de gedaal de huuropbrengst de hypotheekrente niet meer is te be talen. Dit verschijnsel zou van den kant van den

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1934 | | pagina 11