n. \k y
OVER WAARDEERING VAN ONROERENDE,
GOEDEREN. i| en L. g)
In de vorige aflevering' hebben we in nTTtrfdïaak onze
aandacht bepaald bij het begrip Grondwaardeen
daarover voorzoover het bestek van ons tijdschrift dit
toeliet, onze meening gegeven.
Alvorens van het onderwerp „Grondwaarde" af te
stappen, willen we nog speciaal de waardeering dei
grondrechten op zichzelf in oogensehouw nemen en wel
meer in het bizonder de rechten van vruchtgebruik en van
opstal.
Ieder onzer weet dat de waarde van den grond groo-
ter is, naarmate het op den grond gevestigde recht
meerdere beschikking hierover geeft. Zoo is eigen
domsrecht meer waard dan recht van opstal, erfpacht
of vruchtgebruik.
Aangezien al deze rechten kunnen vervreemd wor
den en met hypotheek te bezwaren zijn, hebben zij in
het ruilverkeer een zekere waarde. Om nu deze waar
de te bepalen dienen we van verschillende overweging
gen uit te gaan.
Zoo zal men bij het recht van vruchtgebruik te letten
hebben op den leeftijd van de persoon, aan wie het
vruchtgebruik aanvankelijk verleend was en verder op
diens gezondheidstoestand. Men zal wil men, mensche-
lijkerwijs gesproken, een vrij nauwkeurige schatting van
den verderen duur van het vruchtgebruik bepalen niet
kunnen ontkomen aan medisch advies (sterftetafels).
Daarna bepalen we de waarde van het genot, dat het
vruchtgebruik momenteel verschaft, b.v. bij bewoning
de huurprijs, die anders maandelijks betaald zou moe
ten worden, na aftrek van de belastingen en kosten
die voor kleine reparatiën e.d. gemiddeld in rekening
gebracht kunnen worden.