95
Gelijkerwijs als de waardeering1 van opstalrechten
kan het schatten van het bloote erfpachtsrecht op
„gemeentegronden" plaatshebben.
Bij erfpachtsrecht voor groote landbouwonderne
mingen kan men deze methode van waardeering niet
toepassen. Wel kunnen de kosten, die betaald moeten
worden vóór het recht in de openbare registers in
geschreven kan worden, vrij nauwkeurig bepaald wor
den, doch deze bedragen zullen, zoodra de grond in
exploitatie wordt genomen, van de opgeleverde winst
geleidelijk aan worden afgeschreven. Ook de later te
betalen canon, die trouwens meer een belasting is op
het recht, zal in de post van onkosten die op het ge-
heele bedrijf drukken, geboekt worden. Een taxatie
van het bloote erfpachtsrecht heeft dus weinig zin; ge
taxeerd zal moeten worden de grondwaarde, waarbij
tevens de te velde staande gewassen, te beoordeelen
naar de wereldmarktprijzen, in rekening dienen te wor
den gebracht.
Huurwaarde."
We willen thans onze aandacht bepalen bij het begrip
„huurwaarde", meer speciaal van gebouwen en daarbij
in direct verband beschouwen de begrippen „verkoop
waarde" en „intrinsieke waarde".
Huurwaarde is gebaseerd op de verhuur van on
roerende goederen en dient om als waarde hiervan
beschouwd te worden, gekapitaliseerd te worden. Bij
dit kapitaliseeren moet rekening gehouden worden met
reparatiekosten e.a. waarmee deze waarde dient te
worden verminderd. Huurwaarde is een zuivere op-
brengstwaarde, die behalve van vraag en aanbod
afhangt van den toestand, waarin het onroerend goed
verkeert. De huurwaarde van soliede woningen zal stij
gen ter plaatse waar het aantal onbewoonbaar ver-