10 Hierover valt het volgende op te merken: Bij meetveermetingen wordt de polygoonlengtefout in hoofdzaak gevormd door de systematische en eenzijdig wer kende fouten, die bij de indeeling grootendeels weggewerkt worden. Bij de Wild-baken daarentegen treden dit blijkt uit bovenstaande metingen duidelijk alleen toevallige fouten op. De voortplanting van deze fouten is geheel anders. De gebruikelijke toleransen voor polygoonlengtemeting zouden, toegepast op de Wild-baken, een te gunstig beeld geven (men Zie ook het artikel van Drake: de 3 achteraf door puntsbe- paling gecontroleerde polygoonpunten gaven aanmerkelijke verschillen). Hiertegenover staat, dat de tolerans voor polygoonzijden te scherp zou zijn, want de eenzijdig werkende en systema tische fouten komen hierin niet tot uiting, terwijl bij de basis- latten de geheele fout zich uit. Zoo bedragen bij de te Batavia gemeten polygoon (totaal lengte 1406 meter). de m.f. per zijde 6,9 7,9 en 3,9 cm., en de sluitfouten resp. 10,3 12,1 en 4,7 cm. Voor de kleinere plaatsen in Indië wordt de laatste jaren voor meetveermetingen veel toegepast i1/® X tolerans I van Brandenburg. Bij een aangesloten polygoon van, gesteld 25 slagen van gemiddeld 100 meter bedraagt de tolerans 44 cm; 1/3 tolerans 15 cm. Gemakshalve wordt de fout in de ligging der aansluitings- punten buiten beschouwing gelaten. Bij de Wild-baken heeft de foutenvoortplanting een geheel toevallig karakter, de m.f. per slag mag dus bedragen: 15 rn =3 cm.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1935 | | pagina 12