16
5°
Worden de polygoonhoeken eveneens in 2 dubbelseries
gemeten, dan moet het aantal te meten richtingen bij II met
50 verhoogd worden, het aantal instellingen en aflezingen
wordt dan 75 van I, terwijl de onnauwkeurigheid eveneens
75 van I bedraagt.
Toepassing.
Toepassing kan plaats hebben in alle gevallen, waarin ook
andere indirecte afstandmeters gebruikt kunnen worden.
Het kleine bezwaar van een horizontale baak hebben dubbel-
beeldtachymeters eveneens.
In vergelijking tot de dubbelbeeldtachymeters zijn er 3
voordeelen op te noemen:
ie door in korte slagen, of met veel series te meten, is de
nauwkeurigheid tot de gewenschte hoogte op te voeren.
2e men is niet door optische oorzaken aan een maximum
slaglengte gebonden.
3e eenvoud. Zonder voorafgaande oefening kan iedere
mantri, die het gebruik van de Zeiss- of Wild theodoliet
kent, tot productieve metingen overgaan.
Tegenover dit laatste voordeel staat echter het bezwaar dat
het zeer gewenscht is, dat de mantri goed geoefend is met de
theodoliet. Bovendien valt in dit verband op te merken dat
de mantries 11a 13 dagen oefening met een dubbelbeeld-
tachymeter systeem Aregger- Kern of Bosshardt-Zeiss der
mate vertrouwd zijn, dat hun resultaten de uit de Europeesche
literatuur bekende soms nog overtreffen.
Lengte
1 slag
in 2 slagen
mell
mei
mei in mm.
Slaglengte
me per slag
mell totaal
lengte
80
15
40
8
11
o,73
100
24
50
12
17
0,71
150
75
27
39
0,78
Gemiddeld 0,74