20
De eerste overweging geeft den neutralen lezer ontegen
zeggelijk den indruk, alsof er bij de opmaking van de Land
meterskennis iets minder juist gebeurd zou zijn. Een klein
overzicht van de voorgeschiedenis van dit perceel zal aan-
toonen, dat het hier de normale toepassing van artikel 16
van Staatsblad 1916 No. 517 betreft.
Toen de tegenwoordige eigenaar het perceel kocht en de
voor den overgang benoodigde Landmeters kennis bij het
betrokken Kadasterkantoor aanvroeg, werd een nieuwe
meetbrief geeischt, daar de oude Gouvernements Landmeters
meetbrief een dusdanige fout vertoonde, dat de daarin om
schreven figuur onbestaanbaar bleek(art. iöStbl. 1916N0.517).
Bij een grensuitzetting van het onderwerpelijk perceel, ver-
4) Overwegende, dat deze wijze van opmeten weinig waarborg geeft
dat de nieuwe meetbrief gelijk is aan die welke verloren geraakt is;
5) Overwegende, dat de meening van eischer qq, dat tegen een meet
brief niet kan worden opgekomen onjuist is;
6) Overwegende, dat gedaagde door zijn getuigen Debos, Amid en
Maoen heeft bewezen, dat de grens zooals die thans door het hek van
harmonicagaas is afgebakend de juiste grens is zooals zij die reeds tien
tallen van jaren hebben gekend;
7) Overwegende, dat de vorige eigenaai van het perceel nooit is
opgekomen tegen den loop van de grens zooals die was afgebakend
en dit een vermoeden schept dat die grens juist is;
8) Overwegende, dat de landraad door inzage te nemen van het door
het bestuurskantoor overgelegde extractplan van den bewaarder van
het kadaster van 6 Maart 1931 betreffende kadastrale afd. Bloeboer
Sectie B Blad 3 dit te vergelijken met de door gedaagde overgelegde
blauwdrukken en de door eischer qq overgelegde meetbrief tot de
conclusie komt, dat dat extractplan, dat ouder is dan de meetbrief en
naar bekend genomen is uit de verwijzingskaart welke berust bij het
kadaster, de door gedaagde verdedigde grens aangeeft en de door eischer
gestelde en op de meetbrief als onzichtbare perceelsgrens aangegeven
lijn daarmede in strijd is;
9) Overwegende, dat daaruit moet worden geconcludeerd dat de
meetbrief van 24 Februari 1933 No. 114 fout is en de juiste grens nog
altijd de tegenwoordige grens is;
10) Overwegende, dat daarmede tevens bewezen is, dat gedaagde
geen grond van eischeres occupeert, weshalve de eiscb behoort te worden
ontzegd.