3
en dienstvoorschriften, waarvan nog heden gebruik wordt
gemaakt, zijn van hem afkomstig. Aan alles, wat technische
vooruitgang zou kunnen brengen, heeft hij zich gewijd.
Onnoemelijk veel heeft hij kunnen presteeren, dank zij de
medewerking van het Diensthoofd in die dagen, en de sti
mulans, die hij van die zijde voortdurend heeft gehad. Niets
was hem onverschillig. Naast onderwerpen, de hoogere tech
niek betreffende, heeft hij elementaire en toch volmaakt-
wetenschappelijke vereffeningsmethodes ontworpen ten be
hoeve van de middelbare krachten. Zelfs instructies voor
het lagere personeel zijn door hem op voortreffelijke wijze
samengesteld. Jarenlang zijn de woorden „Kadastrale tech
niek" en de naam „Van der Tas" onafscheidelijk aan elkander
verbonden geweest. Zelfs na zijn pensionneering bleef zijn
interesse voor het Kadaster onverflauwd. Hij heeft steeds
zijn vreugde te kennen gegeven, dat zijn opvolgers den arbeid
met dezelfde energie hebben voortgezet, waardoor onze
dienst is kunnen opgroeien tot het huidige instituut.
Volledigheidshalve willen wij nog in het kort de ambtelijke
loopbaan van den Heer Van der Tas schetsen. Hij trad in
1886 in dienst en doorliep achtereenvolgens de verschillende
rangen van adjunct-landmeter en landmeter. In 1912 werd
hij benoemd tot Inspecteur en 6 jaren later tot Hoofd van
den Kadastralen Dienst.
Om gezondheidsredenen werd hij in 1921 op verzoek
eervol uit 's Lands dienst ontslagen, nadat hem een hooge
Koninklijke onderscheiding (het Officierskruis van de Oranje-
Nassau-Orde) was toegekend.
Met het heengaan van den Heer van der Tas is een belang
rijk hoofdstuk van de geschiedenis van het Indische Kadaster
afgesloten. Zijn naam zal nog lang in dankbare en eerbiedige
herinnering voortleven.
Hij ruste in vrede.