15
Deze in wezen zoo eenvoudig lijkende splitsingsgeschiedenis
van P 306 is een zeer eigenaardige en demonstreert de
toenmalige verwarrende behandeling door de betrokken
ambtenaren.
Blijkens akte 16/1848 stond P 306 ten name van drie
personen
The Teng Liang 2/6
The Teng Eng 3/6
Nonna Djoe 1/6
Een volgende overgang, akte 31/1850, vermeldt:
The Teng Liang 2/6
The Teng Eng 4/6
Vervolgens wenscht The Teng Eng zijn 4/6 aandeel uit te
splitsen wat gebeurt bij akte 41/1853 en wel met mbr. 568/1853
P 432).
Het restant van het moederperceel gaat bij akte 31/1861
met mbr. 642/1861 P 489) over op een achttal andere
eigenaren.
Er doen zich de navolgende eigenaardigheden voor:
I. Slechts in één der meetbrieven n.l. die welke betrekking
heeft op het perceelsdeel van The Teng Liang wordt
een oppervlakte genoemd n.l. 317 m2, die 2/6 van het
moederperceel zou zijn.
II. Aan The Teng Eng werd, blijkens de aanteekening van
een commies op akte 41/1853 (uitsplitsing van P 432),
de ingenaaide grosse van akte 31/1850 (waaruit blijkt
dat The Teng Eng 4/6 deel van perceel P 306 toekomt)
teruggegeven.
III. Blijkens akte 4/1869 verkoopt The Teng Eng nu nog
eens 1/6 deel van het moederperceel en dit is het zevende
1/6 gedeelte. Dit is P 559.
Het is niet onmogelijk dat er tusschen deze drie punten
verband bestaat; immers door het verdwijnen van akte
31/1850 had de ambtenaar I. en O. geen controle meer op de
gerechtigdheid van The Teng Eng het P 559 te verkoopen.