VEREFFENING VAN UITGEPASTE COOR AT Een enkele maal komt het voor, dat, als gevolg van locale attracties, de afgelezen boussöle-azimuths uit den meet- staat van een veldwerk dergelijke groote verschillen vertoonen met die, welke met aanname van één dezer azimuths als aanvangswaarde uit de noniushoeken zijn verkregen, dat Ze feitelijk onbruikbaar zijn te noemen. In een zoodanig geval besluite men niet, alhoewel met een gebaar van wanhoop („er is immers niets anders"), tóch tot de gebruikelijke vereffening dier boussöle-azimuths over te gaan, waardoor als eindresultaat een meetbrief wordt geproduceerd met een Noordpijl, welke zich schaamt aldus zich te hooren noemen, doch passe men het volgende toe 0/~ A, B, C en D: oude gebouwen P oude pilaar Heeft men b.v. bovenstaande situatie, dan bepale men door uitpassing op het plan de coördinaten van b.v. de punten en <»2 op de polygoonzijde i2, na eerst door eenvoudige verlenging der muren van het gebouw A deze punten en v2 in potlood op het plan te hebben gekaarteerd. O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1935 | | pagina 8