9
a) dat den een den andere, zonder eenige Calange,
in de vredige possessie ziet blijven van erven en
landen die hij van zijn ouders of voorouders heeft
g'erft;
b) het veelvuldige afsterven en verreizen der
eigenaars
c) de geringe waarde van veele percelen, die
nauwelijksch de kosten van de opdragt en over
schrijving waardig zijn;
d) de vreeze van veele, welkers ouders de over
schrijving reets hebben verzuimt, voor de boete en
dat zij het daarom maar zo laaten voortlopen; en
e) de onkunde van veele ingezetenen dat bij
abintestate overlijden van haar ouders of vrienden
de overschrijving wezentlijk werd vereischt; zo is
daarover gedelibereert wesende, om alle hinder
nissen in deezen weg te nemen en het Collegie van
Schepenen in staat te stellen de protocollen voort
aan in een geschikte order te doen houden, meest
p. 403 overeenkomstig met den voordragt van schepenen
goetgevonden en verstaan.
Eerstelijk, de landmeters te manderen alle percelen
in en omstreeks deeze stad, buiten eenige kosten
van de eigenaars of bewoonders en dus zonder iets
voor hun moeite te mogen pretenderen, exact op
te nemen, in behoorlijke blokkaarten, en ieder
perceel onder een aparte nommer te brengen om
daarvan pertinente registers te houden, mitsgaders
bij het formeren der blokkaarten naukeurig na te
gaan of de bewijzen van eigendom wel op de naamen
van de actuele possesseurs zijn overgeschreven, en
ingevalle zulks verzuimt mogt wezen, dezelve
alsdan aan de eigenaars niet te restitueren maar
direct, onder quitantie, aftegeven ter protocolle
Kamer, en de eigenaars van zodanige vaste goederen
aan te zeggen, dat zij dezelven binnen ses maanden,