13 paarden en gereedschappen alle te gelijk, dog 's Heeren geregtigheid of den twintigsten penning enelijk betaalt zal behoeven te worden uit een derde van het verkoops bedragen, dan wel i"/3 in stede van vijf procente van de geheele somma. Laatstelijk is, op het voorstel van schepenen, goetgevonden en verstaan de adjunct Landmeeters van ider meting die zij in de Stad doen, uit het ordinaire meetloon van rds 41/.,, toe te leggen vier en twintig stuivers, en voor een meting buiten de Stad een rdr, zo om hun door dat middel te animeren zig met de vereischte accuratesse in hunne dienst p. 410 te quijten, als uit consideratie dat zij thans, schoon nu en dan door de landmeters tot het meten van particuliere erven en landerijen worden gebruikt geen de minste inkomsten hebben, buiten de gage en kostpenningen die zij van de Compe genieten. En zal hiervan aan de Collegien van Schepenenen Heemraden, zo ook aan de landmeters, bij extract uit de notulen kennisse worden gegeven, mitsgaders de gemeente bij een biljet, in de gewone taaien, het nodige geadverteert, met bekentmaking dat alle de vorenstaande orders zullen moeten ingaan, en stand grijpen, met den eersten der aanstaande maand May p. 424 onderteekend door: R. de Klerk Ph. Goetbloet W. A. Alting secr. Breton W. Fockens D. J. Smith Radermacher H. v. Stockum Jan Hendrik Poock (commentaar volgt).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1936 | | pagina 15