17
houdingsdienst overgelaten moeten worden, die de metingen,
en de daarbij tevens vastgestelde grenzen op de nieuw aan
gelegde plans, waarop slechts de polygoonpunten zijn
aangegeven, kaarteert, en dit in de loop der jaren geheel aanvult.
Belangrijker zal daarom voor het Kadastreeringskantoor
het derde stadium zijn n.l. de completeering en afwerking
van die bladen, die door de bij houdingsmetingen al voor een
belangrijk gedeelte gevuld zijn. Andere factoren kunnen hier
bovendien van groot of zelfs overwegend belang zijn b.v. het
verouderd zijn van het betreffende blad, een toevallige
opeenhooping van meetbriefaanvragen of te verwachten
aanvragen (uitbreicingsterreinen)
De kadastrale kaart.
Met het tot stand brengen van een goed polygoonnet,
waarop alle volgende bijhoudingsmetingen zijn aan te sluiten,
heeft men slechts een gedeelte van den weg, die tot het
vormen van een nieuwe kaart leidt, afgelegd.
Bij het belastingkadaster was de kaart hoofdzaak. De
toenmalige landmeter zag er veelal geen bezwaar in de
oorspronkelijke metingsstukken te doen verdwijnen: met
het afleveren van een kaart, welke aan de voor belasting
doeleinden gestelde eischen voldeed, was zijn taak afgeloopen.
De ruime opvatting over de indeeling van sluitfouten in
waardelooze gedeelten was hier mede een uitvloeisel van.
Onze tegenwoordige kaarten zijn voor den belasting dienst
nog absoluut voldoende aan dit punt behoeft daarom geen
bijzondere aandacht meer besteed te worden.
Voor het eigendomskadaster bleken de metingsstukken, of
juister uitgedrukt, het in het kadastrale archief aanwezig
Zijnde cijfermateriaal, van overwegend belang te zijn. De
kaart kreeg een geheel andere beteekenis. In de eerste, en
helaas belangrijkste plaats, als cijfermateriaal (uitgepaste
coördinatenDe onnauwkeurigheid hiervan bezorgt ons
nog steeds de last van een dubbele berekening, afgezien nog
van de moeite om de meting te oriënteeren.