19
dit veelal nog ingezien wordt, vinden wij b.v. bevestigd door
de artikelen van Michael en zijn opponent Ketter in Allg.
Verni. Nachr. 1935 Nos 12 en 15 over de oude vraag: al of
geen plint aanmeten. De eischen, die gesteld worden zijn kort
samen te vatten in de woorden: een betrouwbare kaart.
Cijfermateriaal is van minder belang, daarentegen moet het
onderling verband der kaarten geheel in orde zijn en de
nauwkeurigheid voldoende om uitpassing mogelijk te maken.
De volledigheid staat in nauw verband met de waarde der
terreinvoorwerpen.
Door een goede technische grondslag, gepaard gaande
met een stelselmatige verbetering der kadastrale plans, moet
voorkomen worden, dat de gemeentebesturen nu of in de
toekomst komen te staan voor de noodzakelijkheid een eigen
landmeetkundige dienst op te richten, teneinde in de behoefte
aan goede kadastrale kaarten te voorzien, In het bijzonder
bij voor nieuwbouw bestemde terreinen kan door tijdige
samenwerking een voor beide partijen voordeelige regeling
getroffen worden.
Verbetering der kadastrale kaart.
Hoe kan men, behalve door middel van een algeheele her
ziening, zoo spoedig mogelijk tot een nieuw plan komen?
ie Hierboven maakten we reeds enkele opmerkingen over
de in Duitschland, en ook hier in enkele plaatsen toegepaste
methode om gelijktijdig met de bijhoudingsmetingen per
manente polygoonpunten te plaatsen, volgens een reeds vast
gesteld plan. Na het gereedkomen van het net kunnen alle,
hierop reeds aangesloten metingen, zoonoodig na omrekening
in het nieuwe stelsel, op het nieuwe plan gekaarteerd worden.
2e Is de aanleg van een polygoonnet in de naaste toekomst
te verwachten, of althans niet onwaarschijnlijk, dan verdient
het aanbeveling, om bij de gewone metingen in plaats van de
gebruikelijke piketjes, die naar een paar jaar verdwenen zijn,
een meer semi-permanente verzekering toe te passen, b.v.
stevige djatihouten of betonnen piketten, flesschen, drains