11
bij geen prothocol, waar aan de nodige registers en blok-
kaarten ontbreken kan worden gesteld".
„Hun Eerwaardens" waren daarbij (uit onnoselheyt wat
onbillijk tegenover hun voorzaten, want er blijkt uit enkele
overblijfsels in het Landsarchief dat men aan die registers
en kaarten wel eerder gewerkt had. Om met de registers te
beginnen, moet ik terloops opmerken dat het daarmee pas
in deze eeuw, door de techniek der kaarten of losse bladen,
in orde gekomen schijnt te zijn. Het vorige systeem van
boeken met een folio voor elk perceel werd in 1778 aange
nomen: die registers zijn dan ook nog op het kadasterkantoor
in gebruik. Hetzelfde systeem was al in 1752 opgezet, maar
feitelijk beter, want er waren kaarten bij. Ik zal het daarom
straks nader bespreken en nu overgaan tot de registers van
1706, of wellicht van vroeger. Wat er van over is heet „Wijk-
boek Oostzijde 17061720" maar na 1709 schijnt de inhoud
uit de band gevallen te zijn. Daarentegen is wel opgenomen
de Westzijde der stad; maar of er van de voorsteden ook
bestaan hebben zal wel een vraag blijven; de Zuidervoorstad
is bij de stad gerekend. De ommelanden zullen zeker wel
hebben moeten wachten op Mossel om aan de beurt te komen.
Het „Wijkboek" nu bestaat uit stellen bijeengebonden
jaarlijkse opgaven, ondertekend door de wijkmeesters, die ze
betitelden als „Wijkrolle", „Opneem Rolle" en „opnemingh
en gedane taxatie". Van de 33 blokken zijn er maar 4 ingediend
met nummers van de percelen, ofwel van de posten. Want in
hoofdzaak lijken deze „rollen" een verantwoording der ver
ponding; daarnaast waren het bevolkingsregisters, maar ook
de overschrijvingen waren naast de taxatie opgenomen. Het
was wel een centraal register voor de veelvuldige bemoeiingen
der schepenen De, uniforme, opzet was als volgt:
de bewoon-
ders der
huijzen
datum
d'presente
der laatste
de folio v.
de
eijgenaars
actens v.
eijgendom
't protocol
waarde
t bedragen
van
promille
kolom voor bijzonderheden, b.v. „met een pedak agteraan"