15
volledig gebleven: ik noemde de schade al, die in 1706
geconstateerd werd. Is het toeval dat we in 1708 lezen van
„het bedrog door den Chinees Tan Sian Ko aan heeren
weesmeesteren gepleegt"
In ieder geval was dit aanleiding tot een merkwaardige
regeling in de resolutatie van 23 Maart, die echter speciaal de
hypotheken betreft en hier dus niet in zijn geheel behandeld
heeft te worden. Tan had namelijk hypotheek gekregen op
vertoon van koopbrieven, waarop de verkoop (door hemzelf)
niet was aangetekend. De Raad van Justitie adviseerde toen
„dat wel nodig soude zijn dat alle Coopbrieven door welke,
is opdragt gedaan aan lieden die gene eigenaars meer en zijn,
wierden ingetrokken ende geannuleert". Schepenen daaren
tegen achtten de alzijdige notities voldoende en hebben de
Regering overtuigd, die als volgt het vernietigen bestrijdt:
„die oude koopbrieven (dewelke somwijlen bij verschil
over eenige oude servituten, mitsgaders gemeenen off priva-
tieven eygendom van scheydmuren als anders tot een rigtsnoer
moeten dienen, en daarom niet wel sonder nadeel der Eyge-
naars souden konnen vernietigt werden)".
In deze resolutie lees ik ook het begin der aantekening
van overdracht in 1683 als er staat: „soo verre men de vorige
bij terug reek(en)ing (na d'extentie sedert omtrent 25 jaren
verleden inde koopbrieven gepractiseerd sijnde) sal konnen
naspeuren". Bij deze gelegenheid was ook al een inzameling
der eigendomsbewijzen voorgesteld door de Raad van
Justitie (die ook daarin zijn zin niet kreeg) namelijk: „om
alle oude Coopbrieven in handen te krijgen zouden wijk
meesters kunnen werden g'Employeert om deselve van de
eygenaars aftehalen" Zoals we zagen noteerden wijkmeesters
de laatste overschrijving op hun jaarlijkse „Rolle" in 1706.
Het idee van de Raad van Justitie doet vermoeden dat de
eerste dergelijke „opneem" wel niet zo veel vroeger gebeurd
zal zijn en zij daarom bij het opvragen de aangewezen ambte
naren leken voor dit omvangrijke werk.