29
Aan de hand der gegevens, die in ons archief aanwezig zijn,
trachten wij deze vraag wel zoo dicht mogelijk tot een goede
oplossing te brengen, maar in gevallen, waarbij over een
bepaalde grens geprocedeerd wordt, zal de beslissing van
den rechter in hoogste instantie den doorslag geven. Vrouwe
Justitia heeft hierbij het laatste woord en wij hebben ons
voor Haar oordeel te buigen.
De kwestie, waar het hierom gaat, werd door mij eerst
mondeling en daarna schriftelijk uiteengezet voor den rechter,
i.e. den Landraad te Buitenzorg.
Den aandachtigen lezer wordt verzocht vooraf het betrokken
artikel van aflevering i, jaargang 1935, van ons tijdschrift
nog eens door te lezen, om zich ten aanzien dezer materie
weer, voor hetgeen verder volgt, voldoende te kunnen orien-
teeren.
Ik wil mij thans bepalen tot het geven van mijn schrif
telijke uiteenzetting, waarop dan volgt het vonnis van den
Raad van Justitie, gewezen aan de hand der stukken, dus
zonder verder verhoor der getuigen. Ten slotte volgt dan een
nabeschouwing met eenige conclusies, die naar aanleiding
van het vonnis getrokken kunnen worden.
Het perceel Eig. verp. No. 1018 is ontstaan bij gerech
telijke akte dd. 5 Maart 1883 No. 118 door samentrekking
van de perceelen Eig. verp. Nos. 562 en 579, welke laatst-
gemelde perceelen werden ingeschreven bij akten dd. 2 Juli
1877 No. 686 en 29 October 1877 No. 992. De perceelen
Verp. Nos. 562 en 579 waren omschreven bij de meetbrieven
dd. 20 Juli 1876 No. 213 en dd. 24 September 1876 No. 245
die door een gouvernementslandmeter waren opgemaakt en
waarvan de figuur uit de gegevens in laatstgemelde akten
opgenomen, nog is te herconstrueeren. (Zie onderstaande
tee keningen).