32
Het verschil in afmetingen langs de Noordgrens, ofschoon
hier niet ter zake doende, is op de volgende wijze verklaarbaar.
Blijkens de oorspronkelijke meetbrieven zou deze grens-
lengte moeten zijn: 14 31 =45 meter, terwijl in den
samentrekkingsmeetbrief hiervoor 123 meter is vermeld.
Dit groote verschil is vermoedelijk ontstaan doordat de
Gouv. landmeter de azimuthsrichting der Noordgrens van
Eig. Verp. No. 562 te weten 109 abusievelijk heeft aangezien
voor 109 meter, waarbij hij de lengte van de Noordgrens
van Eig. Verp. No. 579, n.l. 14 meter heeft opgeteld.
Gezien de toenmalige opvatting van Gouv. landmeters om
dergelijke samentrekkingsmeetbrieven gewoonlijk zonder
nader terreinonderzoek samen te stellen uit de oorspronkelijke
meetbrieven, is deze vergissing, ofschoon zeer bevreemdend,
toch eenigszins verklaarbaar. Immers de fout van 123 meter
was bij heropname 'zeker onmogelijk geweest, waaruit
onbetwistbaar geconcludeerd mag worden, dat de meetbrief
Zonder terreinonderzoek werd opgemaakt. Dit was een der
redenen later, om van het perceel een verbeterden meetbrief
af te geven.
Zooals reeds hiervoren opgemerkt, doet deze afwijking
hier niet ter zake, aangezien de kwestie slechts gaat om de
Zuidgrens van het perceel, waarvan de afmetingen van
meetbrief dd. 12-1-1883 No. 99 overeenstemmen met die
samengesteld uit de afmetingen der oorspronkelijke meet
brieven.
Waar voor het opmaken van den verbeterden meetbrief 1933
No. 114 op het terrein geconstateerd werd, dat de Oostgrens
volkomen overeenstemde met de oude gegevens, werd hiervan
uitgegaan, ook omdat de N. O. hoek, wat ligging betrof,
overeenkwam met de in den ouden meetbrief aangegeven
belendingen, (ten Oosten den weg naar Simplak; ten Noorden
een voetpad). Uitgaande verder van het Z.O. hoekpunt van
het perceel, bleek het oostelijk gedeelte der Zuidgrens ge
vormd te worden door een pagger met dezelfde lengte als
de oorspronkelijke afmetingen n.l. 25 meter.