35 wat lengte betreft, volkomen overeen met dat van den ouden meetbrief. Wij mogen hieruit concludeeren dat de paggers inderdaad een deel van den ouden grens vormen. Alleen in het midden ongeveer, waar de verbindingslijn der beide paggers hierop loodrecht zou moeten staan, is alle overeen stemming met de oude figuur verdwenen. De schuine richting van den pagger is absoluut in strijd met de configuratie, zooals de oude meetbrief aangaf. Waar het eigendomskadaster zich slechts met de juridische grenzen van de perceelen bezighoudt, meen ik dus, ondanks het feit dat de beide deelen van de paggers op een onderlingen afstand van 3,75 in plaats van 5,8 m (zooals de oude meet brief aangeeft) loopen. de conclusie te moeten trekken, dat de lengte 5,8 in den ouden meetbrief foutief was. Met behoud der richtingen is deze Zuidgrens dan niet anders te construeeren als op den meetbrief 1933 No, 114 is aangegeven. Uit het bovenstaande volgt nu vanzelfsprekend, dat de kwestieuze driehoek inderdaad behoort tot het eigendoms perceel Verp. No. 1018. De vraag kan gesteld worden of de pagger aan de Zuid grens reeds langer dan 30 jaren zoo heeft gestaan. Hierop kan geen afdoend antwoord gegeven worden. Het oorspronkelijk perceel kadasternummer 157 is dat van het minuutplan (zie onderstaande teekening).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1936 | | pagina 37