40 „Bij het bestaan van verschil over de grens tusschen „twee perceelen, tracht de landmeter de eigenaren tot „een minnelijke schikking te bewegen." Wij zullen dus steeds bij de opmaking van de z.g. verbeterde meetbrieven, splitsings- en samentrekkingsmeet brieven, waarbij de aangewezen grenzen afwijkingen ver- toonen met de oude, (dus dubieus zijn) een grensregeling tot stand moeten brengen met de eigenaren der belendende perceelen of occupanten (bezitters van het belendende per ceel Gouv. grond) om grenskwesties in de toekomst tot een minimum te beperken. Te Batavia, waar deze werkmethode sedert mijn komst alhier zooveel mogelijk wordt toegepast, wordt op de veld werken door de eigenaren der belendende perceelen of diens gemachtigden (tot het verrichten van daden van eigendom) hiervoor afgeteekend. Bij grenskwesties, waarvan een proces het gevolg is, kan dan deze verklaring door middel van nazegeling volledig bewijskracht verkrijgen. Over dit onderwerp zou nog zeer veel te schrijven zijn. Ik wil echter thans hierop, niet dieper ingaan. Een strenge doorvoering van dit principe ondervindt vooral in Indië met zijn vlottende bevolking zeer veel moeilijkheden. Wie onzer wil hiervan eens een grondige studie maken Het is dunkt mij een „brandende" kwestie, waarvoor wij gaarne de bladzijden van ons tijdschrift ter beschikking stellen. D. Eenschooten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1936 | | pagina 42