18 In de 500-kolom wordt de interpolatie 2 cm per minuut; voor de 8oo-kolom 3 cm; enz» Dat Px boven de 100-kolom moet worden geplaatst is duidelijk, aangezien de getallenrij, die de kolom vormt, loopt van 10 meter tot 20 meter en dus een doorsnee-waarde heeft van 15 meter» Zoo heeft ook de vertikale getallenrij van de 400-kolom een doorsnee-waarde van 45 meter, zoodat P2 daarboven moet worden gesteld* Analogisch redeneerende moet P3 boven 700 worden vermeld» Om in de practijk de interpolatie snel te kunnen overzien, ware de interpolatie-aanduiding (interpolatieschaal) als volgt in te richten? QT3 I I I De cursiefcijfers 1, 2 en 3 geven het aantal centimeters aan, dat per minuut moet worden bijgeteld, naar gelang van de kolom, waarin men de lengte opzoekt» (Voor de grens gevallen 100, 400 en 700 kan, ter bereiking van meerdere rekenzuiverheid, de interpolatie op 1/2, i1/2 en 21/2 centi meter per minuut worden gesteld)» Hiermede is de eerste interpolatieschaal ingericht» 7» De drie overige interpolatieschalen worden op overeen komstige wijze samengesteld» Ten aanzien van de tweede groep vergelijkingen, waarbij da 4' wordt genomen, komt men tot het navolgende: 0,001 Px 0,005 0,015 0,025 4 P* 4 P3 4 enz* Q o 100 200 300 400 500 600 700 800 900 M O O O W O O O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1937 | | pagina 20