25 De inrichting en het gebruik van de hulptafel, die geheel vooraan in de Crelle-tafel ware aan te brengen, wordt vol doende door ondervolgend rekenvoorbeeld toegelicht. Heeft men bij een helling van [4J een waarde van P 61,1 meter, 200 ervaart men, door de 14/1- kolom benedenwaarts af te zoeken, dat het getal 61,1 inligt tusschen de in bedoelde kolom aangegeven waarden 56,0 en 64,6, Deze getallen zijn door een horizontale streep afgescheiden, die, zoo men die zijwaarts volgt, het getal 7 aanwijst. Het hoogteverschil is alsdan 7 centimeter. Om de hulptafel samen te stellen, is uitgegaan van de variabele goniometrische vergelijking h P sin 2a (14) 2 waarin P als onbekende fungeert. Voor a wordt groepsgewijs 1', 2', 3', 4', 5' en 6' genomen, terwijl h als geheel bekende term optreedt, die achtereen volgens 1/2 cm, ix/2 cm, 21/2 cm, 31/2 cm, enz, bedraagt. Voor de kolom van |_ij zijn de vergelijkingen als volgt: sin P2 sin sin enz. waaruit gevonden wordt: Pi 17 P2 52 P3 86 enz* Voor de |7j-kolom zijn de vergelijkingen met bijbehoorende wortels als volgt: I 2 Pi 2* 0,005 1 2 2' 0,015 I 2 co 2' 0,025

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1937 | | pagina 27