28
zijn nadere voorzieningen te treffen in verband met het
grondbezit van deze bevolkingsgroep, en zoo ja, op welke
wijze".
De commissie, die was samengesteld uit louter ambtenaren,
zulks om de vruchtdragendheid harer arbeid niet in het
gedrang te doen komen, ging er van uit, dat haar wijze van
werken die van arbitrage moest zijn, dat zij bij het vast
stellen der conclusies empirisch te werk moest gaan, dus
moest afzien van axioma's en rekening had te houden met
alle reëele wenschen»
Om zich te oriënteeren werden advertenties geplaatst,
geschriften e»d» bestudeerd, mondelinge besprekingen ge
houden met politieke partijen en hadden vergaderingen plaats
met gouverneurs en residenten, waaraan ook werd deelge
nomen door de diensten van het Boschwezen, van de Pro
vinciale Irrigatie en der Landbouwvoorlichting, echter o.m*
niet door dien van het Kadaster, dat zich slechts als taak zag
toegewezen het verzamelen van gegevens voor een „Ver-
zamelstaat van het grondbezit in Ned»-Indië krachtens een
Europeeschen rechtstitel met uitzondering van erfpacht voor
groot- en klein-landbouw" (bijlagen VI en VII)
Daarnaast moesten de gevoelens der betrokkenen gepeild
worden» Hierbij bepaalde men zich tot de kleinlandbouwers,
wien een vragenlijst werd toegezonden, waarvan inhoud,
beantwoording en bespreking, opgenomen in bijlage II
later bij de bespreking van het rapport „Spit" incidenteel
aangehaald zullen worden» De gevoelens van andere groepen
van onmiddellijk bij het resultaat van het onderzoek betrok
kenen konden niet worden ingewonnen, daar geen adressen
bekend waren»
Van de 576 toegezonden vragenlijsten werden 400 meer of
minder volledig beantwoord»
Een andere taak van de commissie was de sociale positie
van den Indo-Europeaan na te gaan» Daar conference's,
hiertoe belegd, vrijwel mislukten, werd de hulp ingeroepen
van het Centraal Kantoor van de Statistiek, welks hoofd een