29
globale „Nota" verschafte „betreffende de werkgelegenheid
voor Indo-Europeanen" (bijlage I A).
Ook de andere wijze om tot gegevens te komen, n.L een
verzoek aan de verschillende takken van dienst en particuliere
lichamen om inlichtingen te verschaffen t.a.v. de verslechtering
van de sociale positie liep op niets uit en ten einde raad wendde
men zich wederom tot het Centraal Kantoor van de Statistiek,
dat thans een „Nota" leverde „inzake de maatschappelijke
positie der Indo-Europeanen", opgenomen onder B van bijlage L
Om een overzicht te krijgen omtrent het grondbezit van
Niet-Inlanders en omtrent de behoefte aan grondbezit,
wendde de commissie zich tot het Kadaster (zie hierboven),
„dat met lofwaardigen spoed deze gegevens voor geheel
Ned.-Indië ter beschikking van de commissie wist te stellen"
en tot het gewestelijk bestuur»
Deze gegevens zijn neergelegd in de bijlagen III tot en met X»
Het was de commissie onmogelijk een volledig beeld te
verkrijgen omtrent den omvang der onwettige occupatie»
Ook heeft de commissie zich nog bezig gehouden met het
onderwerp der kolonisatie, doch deze kwestie later weer laten
rusten, daar ze tot een afzonderlijk onderwerp van behandeling
was gemaakt door de regeering»
Tusschentijds heeft zij advies uitgebracht t»a»v» de bespoe
diging der verkrijgingsprocedure van het kleinerfpachtsrecht,
hetgeen is neergelegd in bijlage 2 van bijlage II en door de
regeering grootendeels is overgenomen en uitgewerkt in de
bijbladen 13112 en 13113 (instructie en besluit).
Na deze inleiding van Deel I geeft Deel II een samenvatting
van de gegevens, verkregen langs den weg van conferenties
en besprekingen, uit geschrift en pers. Achtereenvolgens zijn
weergegeven ade wenschen, verlangens en grieven der Indo-
Europeanen, b) de bezwaren daartegen ingebracht, c) de aan
bevolen oplossingen. Hierbij zij opgemerkt, dat de commissie
hier uitsluitend de anderen aan het woord laat en hun wenschen
bezwaren en oplossingen tegenover elkaar stelt, zonder zelf
nog tot eenig oordeel over te gaan.