48 adatrechtelij ke sfeer, voorzoover het betreft de tweede, door contingenteering van den overgang van InL op niet- Inl,, terwijl tenslotte de 3e groep van bezwaren onder vangen zal worden door de beide eerste tegemoet komingen. De commissie ontveinst zich niet, dat de leuzen van een Indisch burgerschap of van gelijkstelling met den InL zullen blijven bestaan, echter de bevolking z;al £ich door genoemde oplossing niet onbevredigd voelen. Thans is aan de orde de oplossing van het vraagstuk, speciaal voor zoover het betreft het verschaffen van een woon gelegenheid aan den I.E. Bij het afwegen der wederzijdsche belangen komt de commissie tot de alg, conclusie: 1, dat er bij den LE, een reëele behoefte bestaat om op eenvoudige wijze Inl, grondbezit te kunnen krijgen, 2, dat tegemoetkoming daaraan gewenscht is om sociale, economische en politieke redenen, 3, dat rekening gehouden moet worden met adatrechtelij ke, economische en politieke bezwaren tegen een algeheele tegemoetkoming, 4, dat opheffing van het vervreemdingsverbod is uitgesloten, doch uitzonderingen daarop mogelijk zijn. Komende tot de oplossing in concreto geeft de commissie het volgende I, Het vervreemdingsverbod worde gehandhaafd, doch als uitzondering daarop opene de ordonnantie-wetgever de gelegenheid tot vervreemding ten behoeve van woon gelegenheid voor den Europeaan-blijvertevens Nederl, onderdaan. De Commissie wil geen onderscheid maken tusschen Europeaan- en Indo-Europeaan-blijver, daar zulks zou strijden met het beginsel recht naar behoefte. Zij beperkt de gelegenheid tot Nederl, onderdanen, daar de betrok kene het land sterk als het zijne zal moeten aanvoelen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor het Kadaster in Ned.-Indië | 1937 | | pagina 50