54
een beter recht wel voordeel oplevert en of de I.E.
niet meer gebaat is met een InL bezitrecht. Het
eenige voordeel van agrar. eigendom (dat het geen
domein van het land is, is geen voordeel te noemen)
is de overschrijving in openb. registers en de vat
baarheid voor hypotheek. Een nadeel is de romp
slomp der niet-begrepen formaliteiten.
Ook geeft het Westersch eigendomsrecht maar
schijnbare voordeelen en het is bekend, volgens
de commissie dat de Inl, zelf voorkeur geeft aan
het Inl, bezitsrecht, wat verband houdt met de
veelal hoogere lasten aan het eerste recht ver
bonden.
Een andere vraag is, of opening tot de mogelijkheid
van conversie wel wenschelijk is, daar beide soorten,
voor wat betreft den Inl,, een mislukking bleken.
Doch houden wij ons aan den stelregel: gelijke
lusten, gelijke lasten, en spreken we de hoop uit,
dat door het toekennen van die mogelijkheid het
instrument nieuw leven ingeblazen wordt, dan
zullen we die vraag met „ja" moeten beantwoorden.
Thans volgen eenige speciale voorwaarden (III en IV),
waaraan zal moeten worden voldaan om sociaal-economische
redenen.
III. De Europeaan-blijver zal tot de minder-bemiddelden
moeten behooren. Dat het begrip wat vaag is, ontkent
de commissie niet; het is de praktijk, die hier uitkomst
zal moeten brengen. Op de vraag, waarom de beter -
gesitueerde niet in de gelegenheid wordt gesteld, kan
geantwoord worden, dat deze het niet noodig heeft.
Moeilijkheden zullen zich voordoen bij vererving of
verandering van staat, waardoor het bezitrecht in andere
handen overgaat. Toch lijkt het de commissie niet
wenschelijk hierin voorzieningen te treffen, zooals dat
geschiedde in het Agrar. regl. van Sumatra's Westkust,
in de klein-erfpachtsregeling en in het Regl. op de parti-